Helaas, het
mocht niet zijn. Na 2 dagen van deftig weer, staan de hemelsluizen weer open en
waait de wind... ik rij nog tot aan het vertrek punt van de klim, maar
vliegende regen en de andere kant van Dove Lake, waar Craddle Mountain ligt, is
niet te zien. In de late namiddag zou het opklaren volgens het weerbericht...
maar ja.... Dan maar verder rijden. De weg slingert tussen de heuvels met amper
rechte stukken, met het dalen wordt het wel wat warmer. Uiteindelijk beland ik de vroege namiddag in
de buurt van Strahan. Daar ligt een groot duinengebied (Henfy Dunes) waarin, op
de sporen en geluid afgaand, met quads en soortelijke dingen rondgecrossed
wordt. Ik loop een klein rondje en verschiet eigenlijk van hoeveel groene bomen
en struiken er eigenlijk nog zijn. Ik had het kaler verwacht. Het dorpje zelf
ligt aan een riviermonding. Er staan een paar schattige huizen en de zon breekt
door. Maar op 10 minuten heb je ook alles gezien. Dan maar verder naar mijn
eindpunt: Queenstown. Het lijkt op niks opQT in NZ.... een ietwat vergane
glorie bij een kopermijn. Wat rood tussen al het groen, maar op zat1erdag is er
in elk geval niks meer open en geen kat op straat. Mijn Empire hotel blinkt uit met zijn 100-jaar oude,
glorieuze trap naar de eerste verdieping, oude kamers, maar vernieuwde
badkamers..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten