Na een lang
ontbijt aan dat tafeltje aan de waterrand met uitzicht op de baai en doodkalme
zee, was het tijd om de Roadrunner terug op gang te trekken. Verder langs de mooie
baai tuffen tot je niet meer verder kan: Wharariki Beach. Op de parking loopt een pauw je aandacht te
trekken en zijn pluimen te spreiden. Kijken zal je. Alleen jammer dat het beest
ook af en toe zijn bek opentrekt. Voor een mooi beest, een afschuwelijk geluid. Wat groene heuveltjes over en wat zand
doorploeteren is nodig om op het zeer mooie strand te komen. Redelijk lang groot
wit zand met een paar enorme rotsblokken, zeg maar eilandjes, erin/ervoor. En rollende golven die beuken op die rotsen en zich bij opkomend water een weg
zoeken naar het strand. En af en toe wat zeehonden die er spelen, volgens de
boekjes. Ja hoor, ik had geluk. Er was één die zich op de golven liet
meedrijven en al surfend naar het strand kwam gegleden, weer terug hobbelde om
de volgende golf te pakken. Mijn dag was al goed gestart...
Wat verder
ligt Cape Farewell, het noordelijkste punt van het zuidereiland. Terug wat
klimwerk op wat groene heuvels, een mooi zicht op een “hole in a rock” aan de
ene kant en de kilometerlange zandophoping van het vogelreservaat aan de andere
kant. Op dat punt, vraagt een Kiwi mij om een foto te nemen, wat ik graag doe.
Blijkt een landbouwer te zijn uit de buurt van Christchurch. Hij kende wel wat
in België: Potato machines van Dewulf. Waar die vandaan kwamen wist hij niet,
maar ik kon hem wel helpen ... Ik heb 7 jaar met een tekenaar van die machine
gevolleybald.... Soit, ze hadden nog niet beslist en waren naar nog wat Deens
spul aan het kijken...
Een
wandeling langs het strand van het vogelsreservaat was niet mogelijk wegens het
hoge tij. Dan maar begonnen aan de relatief lange tocht naar St Arnaud,
toegangsplaats tot Nelson Lakes National Park.
Daar
aangekomen, kwam ik samen toe met de eerder aangekondigde storm. Hemelsluizen
open.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten