Er zijn zo
van die dagen. Slecht geslapen, blijven twijfelen welke route ik zou volgen...
Uiteindelijk geopteerd om de kust verder te volgen en niet te dwarsen. ’t Is al
zo mooi geweest onderweg J Ferry
op, even piepen bij de Haruru Waterfalls en hopla, on the road... waar eerste
anderhalf uur niks te beleven of zien viel.
Pas in de buurt van Kaeo begon het landschap terug wat ge golven en
waren de wilde weidse panorama’s weer van de partij.
De scenic route via
Matauro Bay bracht een paar mooi zichten op de baai. Maar de alom tegenwoordige
grijze wolken drukten de sfeer. Verder sjezen maar. Bij Waipapakauri even
piepen op het “90 Mile Beach” om dan zuidwaarts te draaien en langs de oostkust
af te zakken, even wat petrol tanken ipv diesel, tank laten leeglopen met het
mannetje van de bijhorende garage, terug vullen met diesel en verder sjezen
maar.
Een boer zijn koeien wat helpen opjagen terwijl die van wei veranderen
door er gewoon achteraan te rijden. Tussen Herikino & Rawene was het weer
slingeren rond de heuvels en “The owls are not what they seem” kwam meermaals
in mij op.
Opmerkelijk veel roadkill ook, dan wel van iets kleiner formaat dan die koeien: eekhoorns, fretten (?), ratten, ....
In Rawene nogmaals een ferry
op en dan was de eindbestemming in zicht:
Waipoua forrest. Bossen met hier en daar eeuwenoude kauribomen.
Metershoog, metersbreed en heilig voor de Moari’s. Trounson lag “net” naast Waipoua. “Net”
zijnde een klein uurtje rijden. Daar dan een nachtelijke wandeling op zoek
achter die Kiwi-vogel. Regelmatig gehoord, maar enkel een glimps van gezien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten